Via een omweg ben ik in Sigulda gekomen. Je mag wel fietsen op de vluchtstrook van de Via Baltica, maar van dat geraas word ik niet blij.
Het is mooi in Sigulda. De Gauja heeft zich diep in het landschap gesneden, zo diep dat er zelfs geskied wordt in de winter. Het is ook een mooie kanorivier trouwens.
Al dagen zijn de mensen in de ban van het komende midzomerfeest dat ze hier Priecigus Janus noemen. Overal zie je ze bloemen plukken en kransen maken van bloemen en eikenbladeren. De eik staat voor "manpower".
Aan de puien van de winkels en café's worden berkebomen gebonden. Auto's worden versierd (sommige meer gecamoufleerd) met loof van allerlei bomen.
Vanmiddag daalde een hele familie af naar de oever van de Gauja. Een meisje met een bloemkroon voorop en daarachter opa, oma, kinderen en kleinkinderen en een hondje. Ze hadden allemaal een zorgvuldig samengebonden veldboeket bij zich van korenbloemen, margrieten, enkele aren met daartussen het fijne wit van hoornbloemen. Onderaan bleven ze even stilstaan en gooiden om de beurt het boeketje in de rivier. Toen ze terugliepen vroeg ik aan het meisje met de bloemenkrans wat dit betekende. "Dit doen we elk jaar op Priecigus Janus. Het is een traditie en dan mag je een wens doen".
Prachtig eigenlijk, iets wat je mooi vindt, hoe bescheiden ook en je geeft het af aan het water, aan de natuur en je weet nooit hoe ver het komt en waar het heen gaat. Een symbolische handeling voor de hoop die men koestert maar tegelijkertijd aanvaarding van wat het leven het komende jaar brengt.
Een wens heb ik. Ik zou ook bloemen kunnen plukken. .
Vanavond was er muziek bij een ruïne langs de Gauja. Een band met Lets-talige liederen (kan niet anders want ze houden van hun taal en hun land), zo versterkt, dat de wijde omgeving bediend werd. Het grote podium voor de muziektent bleef aanvankelijk leeg maar naarmate de biervaten leger raakten, werd de dansvloer voller. Rond een mega brandstapel (gehalte Hupsels paasvuur) zaten groepjes stil in het vuur te staren.
De locatie was prachtig gekozen op de hoge oever van de Gauja en omdat het 's avonds even helder was kon iedereen zien dat de zon lang was opgebleven.
Je vraagt alleen maar hoe je het snelst op de weg naar Rauna komt en een vrouw zegt: "Ŗij maar achter me aan" Niet te snel, hoop ik dan. Als de goede weg voor me ligt nog een waarschuwing:
"Over twee kilometer links af, anders kom je helemaal verkeerd uit." Als ik op het punt kom waar het 'mis' kon gaan staat ze me op te wachten en wijst nog eens de richting aan. "Maar eet eerst dit op" en ik krijg een enorme punt ananaspizza in mijn handen geduwd. "Good luck!"
Fantastische verhalen! Ik geniet er iedere dag van! Groetjes Jostijn
ReplyDelete