Wednesday, June 30, 2010
Maandag 28 juni
Hij zag me gisteren al terugkomen van de Konsum (supermarkt) en lag braaf te wachten tot hij ook wat kreeg. Ik mocht hem wel meenemen. Dat wordt lastig!
Over gravelroads, die hier trouwens niet zo heel slecht zijn, en over wegen in aanbouw met veel tegenwind en stof naar de noordkust gegaan.
Onderweg zie je veel mensen diep gebukt tussen het hoge gras op zoek naar wilde aardbeien. Op de fietspaden in de buurt van grotere plaatsen zijn veel wintersporters in flitsende pakjes aan het trainen in de disciplines waar de Esten in uitblinken: schaatsen en langlaufen.
Aan de noordkust liggen mooie vissersdorpjes in een natuurpark. In zee verspreid liggen reusachtige zwerfkeien. Hier en daar rietkragen met zwanen die het plaatje afmaken. Het water van de Finse Golf bevat maar heel weinig zout.
Zondag 27 juni - Tartu
Het centrum is aantrekkelijk met de vele barokke en neo-classicistische gevels, warme kleuren en romantische smeedijzeren lantaarns.
Tartu is een universiteitsstad en 's avonds is het in de parken en op de terrasjes gezellig druk met ook allerlei ludieke acties van studenten.
In het park worden de grote Estische schrijvers geeerd: het zijn de nationale helden.
De ruine van wat eens een gigantische kathedraal moet zijn geweest is met een paar nieuwe steunberen weer veilig gemaakt en vormt een schitterende ambiance voor drama en concerten. Daar waren ze dan ook hard aan het repeteren.
Aan het Peipsimeer sta je aan de oostelijke rand van Europa. Daar wonen veel oudgelovigen. Dat zijn Orthodoxe gelovigen die in de achttiende eeuw uit Rusland gekomen zijn en wegens repressie een veilige plek zochten. Estland werd toen door Zweden bestuurd en vrijheid van godsdienst stond hoog in het vaandel.
Aan het fenomeen van de Old Believers is en Kolkja een klein museum gewijd. Nee, het is geen sekte, zegt de conservatrice stellig want machtsrelaties of dwang spelen intern geen rol. Ze legt uit dat destijds 5 belangrijke veranderingen door de patriarch en de tsaar werden doorgevoerd waarin veel gelovigen zich niet konden vinden. ( o.m. betreffende de houding van de hand en de vingers bij het maken van een kruisteken) Verder liet het museum ook veel zien over het leven op het Russische platteland. Goed voor de beeldvorming als je de Russen leest. De Oudgelovigen zijn wel geintegreerd. Geen Eurropa over de rand.
De tent opgezet pal aan het prachtige meer met het donkere water.
Tuesday, June 29, 2010
Altja
Sunday, June 27, 2010
Zaterdag 26 juni
Op deze bijzondere dag recht uit de tent in het meer gesprongen. Dat lijkt wel heel spartaans maar het water is niet al te koud en je hebt even geen last meer van de muggen. Heel geriefelijk dus. Trouwens naar de zwerm vliegen te oordelen die ik gisteren de hele middag achter me aan had kon een wasbeurt ook geen kwaad. Bij de tent de lappen berkenschors die ik gisteren verzameld had aangestoken en in de walm die dat geeft laten de muggen je redelijk met rust.
Net toen ik de koffie had gezet kwam Arvo uit het bos opgedoken. Hij is bejaard, ziet er wat haveloos uit en heeft een plastic tas bij zich met lege bierblikjes en plastic flessen die hij vindt in de bossen en op parkeerplaatsen. De koffie smaakte hem goed en een stuk brood met kaas ging er ook wel in! De foto die ik van ons gemaakt had wilde hij ook wel en hij schreef zijn adres in mijn boekje. (met lettertype parkinson)
Al spraken we niet zo veel, het was een gezellig ontbijt. Voor hij vertrekt steekt hij nog even de filter (!) van zijn sigaret aan. Tegen de muggen, zegt hij.
Dat wil ik wel geloven!
De veertigste dag.
"De pelgrim reist om zich rekenschap te geven van zijn verwachtingen van de toekomst". Dat schreef mijn collega Betsy als opdracht in een aantekenboekje dat ik voor vertrek van haar kreeg.
Tot diepgaande bespiegelingen over de toekomst kom ik onder deze omstandigheden niet zo gemakkelijk; het is nu meer korte termijn denken over praktische zaken, hoe ver het nog is, de data die 'vastliggen', het weerzien in Finland.
Het verleden daarentegen trekt elke dag breed uitgemeten voorbij met een hoop existentiële vragen die je jezelf gaat stellen. Dood gaan, dood zijn, leven voorbij de dood. In hoeverre zijn wij nu gescheiden van elkaar? De schrijnende stilte roept dikwijls gevoelens van boosheid en verdriet op, voor aanvaarding en berusting is weinig plaats. Maar elke ervaring van schoonheid, reinheid of hartelijkheid die je op weg ervaart laat je even glimlachen en je weet: jij zag het ook! Een samenzijn, één met jou, vaker en intenser naarmate de weg verder gaat.
Ik troost me met deze prachtige zin van Rilke: (en een strijker weet dat dit echt kan)
"Doch alles, was uns anrührt, dich und mich,
nimmt uns zusammen wie ein Bogenstrich,
der aus zwei Saiten eine Stimme zieht".
Uit: Neue Gedichte
In de Konsum van Otepää zie je het Europese Estland met 80 soorten shampoo en wat al niet meer.
Ik ben nu in Tartu, de tweede stad van Estland. Ook een hele mooie en gezellige stad. Ooit hebben Robert en Clara Schumann hier een concert gegeven toen ze op doorreis waren naar St Petersburg. Voor een carriere doe je wat.
Thursday, June 24, 2010
Midzomerfeest
Het is mooi in Sigulda. De Gauja heeft zich diep in het landschap gesneden, zo diep dat er zelfs geskied wordt in de winter. Het is ook een mooie kanorivier trouwens.
Al dagen zijn de mensen in de ban van het komende midzomerfeest dat ze hier Priecigus Janus noemen. Overal zie je ze bloemen plukken en kransen maken van bloemen en eikenbladeren. De eik staat voor "manpower".
Aan de puien van de winkels en café's worden berkebomen gebonden. Auto's worden versierd (sommige meer gecamoufleerd) met loof van allerlei bomen.
Vanmiddag daalde een hele familie af naar de oever van de Gauja. Een meisje met een bloemkroon voorop en daarachter opa, oma, kinderen en kleinkinderen en een hondje. Ze hadden allemaal een zorgvuldig samengebonden veldboeket bij zich van korenbloemen, margrieten, enkele aren met daartussen het fijne wit van hoornbloemen. Onderaan bleven ze even stilstaan en gooiden om de beurt het boeketje in de rivier. Toen ze terugliepen vroeg ik aan het meisje met de bloemenkrans wat dit betekende. "Dit doen we elk jaar op Priecigus Janus. Het is een traditie en dan mag je een wens doen".
Prachtig eigenlijk, iets wat je mooi vindt, hoe bescheiden ook en je geeft het af aan het water, aan de natuur en je weet nooit hoe ver het komt en waar het heen gaat. Een symbolische handeling voor de hoop die men koestert maar tegelijkertijd aanvaarding van wat het leven het komende jaar brengt.
Een wens heb ik. Ik zou ook bloemen kunnen plukken. .
Vanavond was er muziek bij een ruïne langs de Gauja. Een band met Lets-talige liederen (kan niet anders want ze houden van hun taal en hun land), zo versterkt, dat de wijde omgeving bediend werd. Het grote podium voor de muziektent bleef aanvankelijk leeg maar naarmate de biervaten leger raakten, werd de dansvloer voller. Rond een mega brandstapel (gehalte Hupsels paasvuur) zaten groepjes stil in het vuur te staren.
De locatie was prachtig gekozen op de hoge oever van de Gauja en omdat het 's avonds even helder was kon iedereen zien dat de zon lang was opgebleven.
Je vraagt alleen maar hoe je het snelst op de weg naar Rauna komt en een vrouw zegt: "Ŗij maar achter me aan" Niet te snel, hoop ik dan. Als de goede weg voor me ligt nog een waarschuwing:
"Over twee kilometer links af, anders kom je helemaal verkeerd uit." Als ik op het punt kom waar het 'mis' kon gaan staat ze me op te wachten en wijst nog eens de richting aan. "Maar eet eerst dit op" en ik krijg een enorme punt ananaspizza in mijn handen geduwd. "Good luck!"
Wednesday, June 23, 2010
Woensdag 23 juni
Tuesday, June 22, 2010
Dinsdag 22 juni
Dat we nu in crisistijden leven is in Letland wel te merken. Bij de uitzendbureau's en vacaturebanken is het druk. Er worden op straat allerlei diensten aangeboden. Je kunt je laten wegen op straat en invaliden (?) wachten geduldig op een muntje in hun koffiebekertje. Een oude vrouw zet haar hoedje op de trottoirband en begint te dansen op een muziekje uit een cd-speler. Het werkeloosheidspercentage is ongekend hoog.
Toen ik de stad binnenreed zag ik de fundamenten van wat eens de grote synagoge was, midden in het voormalige ghetto. Op een messing plaat staat dat de synagoge, gebouwd in 1871, door de nazi's werd platgebrand waarbij honderden joden omkwamen in de vlammen. "Dat was het werk van Letse fascisten, niet van de Duitsers", vertelt rabbijn Levi van de kleine synagoge die is blijven staan. "Na de oorlog waren er nog 150 van de 45.000 joden over in Riga. Op meer dan 200 plaatsen in Letland zijn moordpartijen geweest".
Het gebedshuis waar ik nu voor sta is gebouwd in 1905, met aan de buitenkant alle kenmerken van art-nouveau. Levi vertaalt de Hebreeuwse tekst op de gevel: "Mijn huis zal een huis van gebed zijn voor alle volken". We mogen niet haten, vult hij aan, want daarmee maak je alleen jezelf kapot. (Waar woord)
Van binnen is de ornamentatie vreemd genoeg in Egyptische stijl. "Dat is omdat we in Egypte hebben leren bidden om verlost te worden uit de slavernij. Dat moeten we blijven doen. Maar dat is mijn persoonlijke interpretatie hiervan" zegt Levi. Als hij bij mijn vertrek hoort dat ik uit Nederland kom geeft hij mij een hand en zegt: "Mazzel in Mokum!".
Er staan nog tientallen houten huizen overeind in het vroegere ghetto, de meeste in deplorabele toestand.
Overal in de stad wordt hard gewerkt aan renovatie van historische panden. Riga is vooral beroemd om zijn art-nouveau. In het begin van de twintigste eeuw lieten ontwerpers zich inspireren door vloeiende lijnen uit de natuur. Er is hier een prachtige wijk waar de liefhebbers van deze kunst hun hartje kunnen ophalen.
Als je wat afstandelijk kijkt, lijkt zo'n pand op een protserige slagroomtaart, maar de details zijn schitterend en veelzeggend over de bewoner van destijds.
Vanwege een zware plensbui een museum ingevlucht. Dat blijkt meestal een aantrekkelijke vluchtweg te zijn. Het nationaal Lets museum heeft een enorme collectie vanaf de oude steentijd tot heden. Honderden foto's over het boerenleven aan het begin van de twintigste eeuw
Eigenlijk niet zo ver van mijn belevingswereld op de boerderij in de jaren '50.
Riga heeft veel mooie kerken. De oeroude dom met een rondgang buiten die vol staat met museumstukken. Het interieur is erg mooi.
Bijzonder indrukwekkend is Russisch Orthodoxe kathedraal van de geboorte van Christus met honderden (!) iconen en 3 iconostasen.
Riga is een stad vol kleur, kunst en gezelligheid. Vandaag is het bijzonder feestelijk rond de Dom. Het is markt, er is live muziek, er treden dansgroepen op en veel mensen lopen rond met een bloemenkrans of een krans van eikenbladeren in het haar. De zon staat op het hoogste punt. Maar hij laat het vandaag wel afweten!
Monday, June 21, 2010
Zaterdag 19 juni
Het is er schoon, maar de mensen hebben er erg weinig. Heel weinig privacy met zovelen op een kamer. Verdrietig gezicht, de oude mensjes die de hele dag maar op bed liggen.
Vanmorgen heeft Christien me afgezet op de weg naar Riga. Het is een lange dag geworden, veel regen en veel kilometers (155).
Ten z.o. van Riga tenslotte maar een erf opgereden. Er was een meisje thuis, Madara heette ze en ze vond het goed dat ik op het erf ging staan. Ze zou de deur openlaten want zelf moest ze naar een feest. Kon ik binnen zitten als ik wilde! Midden in de nacht kwamen een paar vrienden van haar eens kijken wie er in de tuin stond met zijn tent. Want ze vonden dat Madara toch wel teveel vertrouwen had geschonken aan iemand die ze helemaal niet kende. Ze probeerden het elegant op te lossen door mij uit te nodigen op het feest maar daar was in na al die kilometers niet meer aan toe.
Gelukkig had ik nog een krant uit Siauliai bij me zodat ik snel uit kon leggen wie ik was en wat mijn plannen waren. Met vriendelijke verontschuldigingen ritsten ze de tent weer dicht.
's Morgens toen ik voor de tent aan de koffie zat kwamen Lyga, de moeder van het gezin en haar zoon Toms mij uitnodigen voor het ontbijt.
Daarna een wandeling gemaakt naar het stuwmeer in de Daugava. Toms wees naar het eiland van de dood. In 1918 zaten veel mensen verstopt op het eiland. Degenen die in de grond verborgen zaten overleefden de gifgasaanval van de Duitsers, de vluchtelingen die in de bomen zaten niet.
Ga er nooit heen, zei Toms, want dan gebeurt er altijd iets ergs. Pas geleden probeerde een Let naar het eiland te zwemmen, maar hij verdronk. Hij was dronken, dat wel.
Terwijl mijn spullen te drogen lagen liet Toms me nog wat highlights van het dorp zien. Lyga gaf me nog een monografie over het dorp Daugmale.
Naar het centrum van Riga gereden. Daar had ik gisteren al kunnen zijn, maar de kennismaking met het gezin van Lyga had ik niet willen missen.
Onderweg kwam ik langs een memorial van Salaspils waar ook veel Nederlandse joden heen gebracht zijn. Het kamp heeft 3 jaar bestaan.
Een zeer sinistere omgeving en een aangrijpende verbeelding mede door de constante ostinate paukenslagen die over het terrein klonken. (adagio, vierkwartmaat, eerste twee achtsten, verder rust)
Saturday, June 19, 2010
Daugmale
Friday, June 18, 2010
Vrijdag 18 juni
Je wordt overal vriendelijk ontvangen. Omdat ik gisteren op de regionale tv was hoefde ik sommige mensen niets meer uit te leggen. Ook stond er een groot artikel in de Siauliai Krastas onder de kop: pelgrimstocht voor mijn overleden vrouw. Maar verderop wordt uitgelegd dat het ook om sponsering gaat.
Vanmiddag was de oratie van prof. De Wilt in Nijmegen. Ik kon zijn rede hier volgen.Tijdens zijn speech hadden we even skypecontact toen hij de noodzaak van persoonlijke initiatieven bij de fondswerving wilde onderstrepen.
Weer een drukke dag gehad. Het was heel fijn dat Christien mij met haar kennis van het Litouws heeft geholpen tijdens mijn verblijf in Siauliai.
Morgen vertrek ik naar Latvia!
Thursday, June 17, 2010
Dinsdag 15 juni
Tuesday, June 15, 2010
Monday, June 14, 2010
Zondag 13 juni - Kernave
Vanmorgen eerst naar Trakai gereden. Uit een zijstraat rook ik opeens de geur van houtvuur en gebraden vlees. Toen ik er inreed zag ik dat bijna iedereen middeleeuws gekleed ging. Iets verderop zag ik complete riddertenten, ridders in vol ornaat, hofdames en allelerlei activiteiten die je op een middeleeuwse markt zou kunnen verwachten. Boogschutters waren bezig, zwijnen aan het spit en de dorpsgek als gouden knoop daar tussendoor. Vaidas legde uit wat de reden was van die festiviteiten. Het is dit jaar 600 jaar geleden dat Zalgiris plaatsvond, de veldslag tegen Latvia en Livonia waarbij de Litouwers hun grenzen veilig stelden.
Er werden daar ook even staaltjes van gevechtstechniek getoond door de ridders. Een contract met een filmproducent zou verdiend zijn als je het mij vraagt. Echt heel knap.
Nog even langs het grote slot van Trakai gefietst. Het is oud maar heel vaak gerestaureerd, zodat het nieuwbouw lijkt.
Doorgereden over een barslechte weg (die weer heel goed begon, maar toen het slechter werd vond ik teruggaan geen optie) tot ik tenslotte bij een huis kwam pal aan de Neris, een brede stroom waarin het water erg hoog stond. De familie Barnstein nodigde me direct uit voor het eten. Maar eerst de wodka proeven! Er werd een fantastische maaltijd op tafel gezet met aardappelen, vlees in koolbladeren groente en brood. "Probieren Leo" riep Ginteras steeds maar. Hij opende het luik van de kelder en nodigde mij uit mee naar beneden te gaan om een kan berkenwater te halen die in een melkbus bewaard werd. Erg lekker allemaal en die fles moest echt wel leeg voor ik mocht gaan.
De zon stond al laag toen ik vertrok. Een kilometer verderop woonde de buurman die een boot had. Ginteras Barnstein en Domenika, zijn zoon brachten me erheen. Het bleek een piepklein bootje te zijn, we pasten en met z'n tweeën en de fiets net in. Het was hard werken om aan de overkant te komen. Gelukkig geen spullen overboord.
Vanaf Kernave verder naar het noorden gereden tot de zon verdwenen was. Bij de boerderij van de familie Kurminai gestopt. Je bent er meteen hartelijk welkom en je zet de tent maar neer waar je wilt.
Een paar meter voor de tent scharrelt een ooievaar heen en weer. Een ezel aan een tuurpin vlakbij maakt ontevreden geluiden. Een van de kinderen, Dovydas, komt vragen of ik thee wil, of op internet wil kijken, of misschien heb ik wel zin in een omelet!
Nee, dat hoeft echt niet, maar even een berichtje schrijven vind ik wel fijn! Dovile en Paulius Kurminai vertellen over hun studie en hun plannen voor de toekomst. Over het nieuwe huis dat vader op de heuvel aan het bouwen is. Het is gezellig en het is zo weer laat.
Saturday, June 12, 2010
Zaterdag 12 juni - Vilnius
Er was een feestconcert vlakbij met een ontzaglijke basdreun. Dat was voor mijn oren teveel en ben teruggegaan naar het centrum.
Bij de kathedraal hadden zich inmiddels honderden fietsers verzameld die net van plan waren aan een ludieke actie te beginnen onder het motto: Hoezo aanpassen aan het verkeer, wij ZIJN het verkeer! Dat sprak me wel aan, terugdenkend aan de smalle marges die ik op de vaak belabberde redresseringsstrookjes toebedeeld kreeg tot nu toe. Een lange nachtelijke rit door de straten van Vilnius volgde, niemand wist waarheen, verlicht en onverlicht, verkeerslichten rood of groen, het maakte kennelijk niet uit. Gezellig was het wel!
Vilnius is een hele mooie stad. Dat schijnt Napoleon ook al aan zijn vrouw geschreven te hebben. En de kleine gothische St Annakerk wilde hij in de palm van zijn hand mee naar Parijs nemen. Maar de Franse cavallerie had die ruimte nodig als paardenstal. Er is in de loop der eeuwen zoveel moois gebouwd en weer verwoest, en weer gerestaureerd. Het is een schone stad, er is muziek op straat, er zijn kunstmarktjes, performances en veel toeristen. Het is een stad die zich kan meten met de aantrekkelijkste hoofdsteden van Europa.
Een bijzonder plekje is de messing tegel tussen de kathedraal en de klokkentoren die apart staat. Je mag erop gaan staan en een wens doen.
Hier stond in 1989 de eerste (laatste) man van de ruim 500 km lange menselijke keten tussen Vilnius en Tallinn om de wens tot democratie kracht bij te zetten.
Een pianoboekje gekocht van M.K. Ciurlionis en aan de serveerster op een terras gevraagd naar de betekenis van de titel die er in het Litouws op stond. Dat kon ze goed uitleggen! Camilia, zo heette ze, heeft een jaar in Steenbergen (!) gewoond bij een bekende plaatselijke politica en ze gaat binnenkort in Maastricht beginnen aan Europese studies. Nederland, dichtbij!
Friday, June 11, 2010
Vrijdag 11 juni - Vilnius
Urenlang door enorme wouden gereden waar geen eind aan leek te komen met af en toe open terrein met een boerderij. Langs de weg kom je regelmatig verkopers tegen van cantharellen en bessen.
In Pirciupiai zag ik een monument met 119 namen en de datum 3 juni 1944. Een Russisch sprekende jongen uit het dorp legde uit met tekeningen wat er toen gebeurd is. Alle 119 inwoners van het dorp, de oudste 75 jaar, de jongste 2 jaar, werden op die plek door de nazi's bij elkaar gezet en in koelen bloede vermoord.
Overal kom je de sporen van de oorlog tegen, veel monumenten en in een bos zo maar ergens een graf met 5 onbekende Russische soldaten.
"Het landschap dat alles heeft gezien, maar eeuwig zwijgt" zei Els een keer. "Laat de monumenten dan maar spreken".
Ik ben nu in Vilnius. Het is een grote stad, ook in ruimtelijke zin. Ik ben blij dat ik met de fiets ben.
Donderdag 10 juni
over de Ciurlionisweg. T.g.v. zijn honderdste geboortedag in 1975 zijn verspreid langs de weg naar Varena meer dan 20 reusachtige houten beelden geplaatst. Ze hebben allemaal natuurlijk te maken met zijn disciplines: muziek en schilderkunst.
In Grutas nog even afgeslagen om het sovjet-beeldenpark te bezoeken. Er staan een groot aantal beelden van voormalige communistische leiders die na de onafhankelijkheid (1991) gered zijn van de schroothoop, maar die ook niet allemaal onbeschadigd hier terecht zijn gekomen. Ze werden niet ontzien door de beeldenstormers. Lenin mist in ieder geval zijn duim. In een barak werd aandacht besteed aan de wijze waarop propaganda gevoerd werd. En huiveringwekkend was het om langs de stroomdraden te lopen tussen de wachttorens terwijl propagandistische muziek door de bossen galmde. De Goelag van Grutas!
Is dit geschiedenis of gelegaliseerde heimelijke aanbidding? Een bezoeker uit Riga (wiens vrouw snel doorgelopen was omdat ze het hier bepaald niet prettig vond) weet het zeker: "dit is geschiedenis. Iedereen zou moeten weten wie Djerzinski, Lenin en Stalin waren. Voor mij is het geen nostalgie". Voor hem wellicht niet, maar als ik zie hoe ruim en goed onderhouden de grasveldjes voor de beelden zijn, gepaste afstand dus, dan weet ik zo net nog niet wat de initiatiefnemer in gedachten had. Snel teruggegaan naar de fiets langs de klaarstaande Siberië express.
Als je verderrijdt richting Vilnius kom je een ander bizar stukje geschiedenis tegen. In 1918 werd hier de Onafhankelijke Republiek Perloja
uitgeroepen. Een eigen president en een eigen leger van 200 man! In een prachtig museumpje in het dorp met allerlei gebruiksvoorwerpen die horen bij een rurale samenleving natuurlijk ook uitgebreid aandacht voor dit unicum in de geschiedenis. Maar liefst 5 jaar lang hebben ze het volgehouden. De allervriendelijkste conservatrice moest ook hartelijk lachen om de wilde plannen van destijds, zeker als je bedenkt dat nu bijna geen Litouwer meer zonder Europa zou willen! Toen ik wegreed liep ze mee naar buiten en we zwaaiden nog even voordat ik achter de sparren verdween.
Toen het al donker begon te worden kwam ik aan in Matuizos. Een vriendelijke bewoner van het dorp (Jonas) vond het goed dat ik mijn tent
op zijn erf neerzette. Hij hielp mee met opzetten en kwam met een matras uit de schuur aanlopen want hij dacht dat ik zo op de grond zou slapen. Zijn dochter Jolantha sprak goed Frans. Ze wees me de badkamer en vond het nodig zich te veronschuldigen voor de sobere inrichting! Ze waren zo zorgzaam! Nog even thee gedronken en gaan slapen. Het onweerde de hele nacht.
Wednesday, June 9, 2010
Woensdag 9 juni
Na de grootscheepse russificatie volgde opnieuw bezetting door resp. Polen, Duitsland en Rusland. In 1991 riep Litouwen de onafhankelijkheid uit waarop Rusland reageerde met grof geweld. Toch trok het leger zich terug en Landsbergis werd de eerste president. Overal werden gebouwen hersteld en het nationaal bewustzijn leeft sterk. Toch zijn de invloeden van alle bezetters in muziek, beeldhouwkunst en architectuur goed te zien.
De stad waar de schilder/componist M.K.Ciurlionis (1875 - 1911) opgroeide, Druskininkai, eert deze kunstenaar met een aantal beelden in het park. Hij wordt door de mensen hier als een held beschouwd. In het museum dat aan hem gewijd is zijn enkele zalen volgehangen met zijn symbolistische werk. Toen ik er even alleen was zette de conservatrice een van zijn symfonieen op. Op het eerste gehoor iemand die het werk van Brahms goed kende maar er zitten ook Sibeliustrekjes in. Heel mooi overigens. In zijn prachtig geschilderde 'sonates' en triptieken met bijv. prelude - fuga - finale valt het op dat de slotstukken pessimistisch van karakter zijn: een dodelijk spinnenweb of een hoge bruisende golf waarin de letters MKC verdwijnen. Ciurlionis werd slechts 36 jaar.
Druska betekent zout en de stad is dan ook vooral bekend om zijn minerale bronnen. Wladislaw leidt me rond door het muzeum waarin veel aandacht is voor de geschiedenis van de stad als kuuroord. 500 miljoen jaar geleden is er een meteoriet hier terecht gekomen die heilzame elementen bevatte. Het water wordt van 75 meter diepte opgepompt en Wladislaw verzekert mij dat het drinken ervan goed is voor bijna alles.
Naar de bron gegaan en ook maar eens geproefd. Inderdaad, als je de hele dag de gore nasmaak hebt van soda, zwavel, zout en nog iets, doet het alle fietspijntjes snel vergeten.
10 km buiten de stad nog het beeldenpark van Antanas Cesnulis bezocht. Weergaloos mooie en reusachtige beelden in hout gezien.
Morgen naar het grutaspark en dan verder richting Vilnius.
Dinsdag 8 juni
Onderweg zag ik steeds meer houten huizen waarbij het naturel grijs van het hout met golfplaten overheerst. Tussendoor ook gele en blauwe legoblokjes in het landschap met bij elke boerderij een nest met ooievaars.
Bij de grens met Litouwen was een vrouw zo vriendelijk om me op de foto te zetten.
Nu ben ik in Druskininkai. Een aardige stad met veel houten huizen die vaak prachtige ornamenten hebben.
Midden in de stad staat in een park een Russisch Orthodoxe kerk. De pope was vriendelijk en geduldig in zijn uitleg hoe men als mens de eeuwige zaligheid kan bereiken.
Zondag 6 juni
Van Swieta Lipka naar Kruklanki gereden. Daar stond een wisent model en ik heb me ermee op de foto laten zetten voor het geval ik te laat in Cerwony Dwor zou zijn. Ik was er op tijd maar de wisenten lieten zich niet zien. In ieder geval toch nog een plaatje voor de bovenbouwers zoals ik ze beloofd had.
Verder naar Sajzy gereden door de Puszczta Borecka over een een tientallen kilometers lange weg van keien en los zand en het begon al donker te worden voor ik er was. 10 jaar geleden zijn we er met ons vieren geweest. Het is nu anders daar, het maakte me verdrietig en ben de volgende dag doorgegaan naar Suwalki.
Zaterdag 5 juni
Het was vandaag mooi weer om te fietsen en Mazurië zag er beeldschoon uit. De foto's kunnen niet laten zien hoe het in het echt is.
Ik kwam langs het dorpje Glotowo waar ik een onevenredig groot barok godshuis zag staan. Je vraagt je af hoe zoiets kan. Bij de poort stond gelukkig ook in het Duits de geschiedenis vermeld:
In 1300 hebben de bewoners de heilige hostie in een kelk begraven om deze uit handen te houden van de heidense Litouwers. De hostie werd jaren later door een boer opgeploegd.
De ossen knielden midden in het veld eerbiedig neer... Men besloot daar een kapel te bouwen en Glotowo werd een bedevaartsoord waar veel geld verdiend werd. In het begin van de achttiende eeuw nam de pelgrimage zo'n omvang aan dat er een grote kerk werd gebouwd. Het werd een parel van de barok!
De overeenkomst met het wonder van niervaart is treffend. Een boer in het Westbrabantse Klundert doorstak op het land met een riek een hostie. De bloedende(!) hostie werd naar Breda gebracht en tentoongesteld.
Elk jaar kwamen er duizenden pelgrims op af en met het geld kon de Grote Kerk in Breda gebouwd worden. Een parel van de gotiek! Er zullen nog wel veel meer van die legendes bestaan die de financi"ele basis vormen voor grote kerkelijke kunstprojecten.
In Swieta Lipka overnacht op de boerderij van de familie Haritz, een Duitse familie die er al sinds 1912 woont. Na de oorlog zijn ze er blijven wonen. Ik had een grote kamer met een enorme tegelkachel in het midden.
's Avonds nog even rondgekeken op de boerderij. Het ziet er wat vervallen en chaotisch uit met verroeste landbouwwerktuigen, trekkers en mesthopen waar kippen en ganzen tussendoor scharrelen.
Toen ik 'smorgens vlak voor vertrek nog even in de huiskamer aan de koffie zat kwam Gerhardt Harits (1934) er nog even bij zitten om me wat te vertellen en te vragen over Nederland. Zijn grootvader heeft de boerderij gebouwd en ze hebben het altijd goed gehad. Maar er was ook een zeer zware tijd en hij begon over zijn traumatische ervaringen bij de bevrijding van Polen. De gedisciplineerde Russische soldaten deden hun werk, waren 's avonds moe en sliepen. Maar kort na hun vertrek kwamen de burgermilities die verkrachtend, moordend en brandstichtend het leger achterop kwam. Een half jaar hebben ze bij hun in huis gezeten.
Gerhardts vader werd weggevoerd en is nooit meer teruggekomen. Meisjes vluchtten de velden in en bleven weken weg. Gerhardt kende een man die 6 maanden lang in een boom heeft geleefd, onafgebroken. Hij leeft nog wel maar is de rest van zijn leven aan een rolstoel gekluisterd door de reuma. Als jongen van 11 jaar heeft hij de ergste dingen gezien, tot aan executies toe waarbij dan hard gelachen werd, herinnert hij zich. Na een uur vertellen zei hij: wij zijn ook slachtoffer van de oorlog. De kinderen moeten dit weten zodat het nooit meer zal gebeuren.
Friday, June 4, 2010
Ostroda
Onderweg passeerde een man in zijn auto en bleef op de eerstvolgende parkeerplaats wachten om te vragen wat iemand bewoog om in zo'n heidense outfit (op sacramentsdag n.b.!) door Polen te fietsen. Hij nodigde me uit om in Ostroda bij hem de nacht door te brengen, waar ik niet op in kon gaan. Op een eenzame weg 60 km verderop haalde een wielrenner mij in: het was dezelfde man en wees me de weg naar de camping in Kretowiny.
Maar er zijn ook wel mensen die hun ongeduld laten blijken als ze even niet kunnen inhalen wanneer je niet zo snel als een auto (hoe vreemd) een berg op komt.
Gisteren voor het eerst na vier dagen de zon weer gezien. Hopelijk wordt het ook wat warmer. De rivieren staan boordevol. De Wisla (Weichsel) is een enorme stroom en er zal nog veel water doorheen moeten voor ze in Zuid Polen weer droge voeten hebben!
Morgen fiets ik verder. Ooit komt er wel een eind aan dit grote maar ook prachtige land.
Wednesday, June 2, 2010
Lasin
Vanmorgen vroeg uit Bory Tucholskie vertrokken. Het was weer een grijze dag maar gelukkig bleef het droog.
Aanvankelijk was ik van plan naar Malbork te gaan, maar daar waren mijn benen even niet goed genoeg voor. Nu zit ik in Lasin, ik heb 84 kilometer gereden. Ik probeer de grote doorgaande wegen te vermijden. Erg gevaarlijk soms. De wegkanten zijn vaak kapotgereden en je moet tijdens een afdaling goed uitkijken dat je niet in een gemene kuil of groef belandt, terwijl de vrachtwagens je keihard voorbij denderen. Daarom heb ik maar wat meer landelijke wegen genomen wat wel betekent dat je meer kilometers moet maken. Vandaag zat ik een heel eind op een zandweg waar geen eind aan leek te komen.
Toen ik in Lasin aankwam vroeg ik aan een mevrouw die in de tuin aan het werk was hoe ik bij de camping kon komen. Ze heet Christina en ze woont al 17 jaar in Nederland, dus dat uitleggen was geen probleem. Ze is op familiebezoek en samen met haar zus Maria heeft ze mij erg gastvrij onthaald, met koffie, borrel en een heerlijke maaltijd! En de camping is gratis, dat heeft Christina voor mij ook nog geregeld.
Morgen is het in Polen sacramentsdag. Dan is iedereen vrij, en er zijn dan overal processies. Op de weg zal het dan wel een stuk rustiger zijn. Tot snel!
Tuesday, June 1, 2010
Verder in Polen
Artikel in de Elbe-Jeetzel Zeitung
Leo Hulshof fährt 3 000 Kilometer mit dem Rad, um Geld für die Behandlung von Krebspatienten zu sammeln
von Rouven Groß
Dannenberg. Leo Hulshof hat einen langen Weg vor sich. Der Lehrer aus der Nähe des holländischen Breda ist unterwegs nach Valamo, einem Kloster in Finnland, 500 Kilometer nördlich von Helsinki. Aber Leo Hulshof fährt die mehr als 3 000 Kilometer nicht aus Spaß am Fahrradfahren. Er fährt sie, um Geld zu sammeln, Geld für den Kampf gegen Darmkrebs. Denn an dieser tückischen Krankheit starb seine Frau Els, ein Jahr ist das her. Am Dienstag machte Leo Hulshof Station in Dannenberg.
Eine Woche sei er jetzt unterwegs, berichtet der freundliche Mann, dem man seine Entschlossenheit ansieht. Sechs Wochen liegen noch vor ihm. "Nachts schlafe ich in meinem Zelt", lächelt Leo Hulshof. In Dannenberg allerdings hat er ein festes Dach über dem Kopf, denn er und seine beiden Begleiter übernachten auf Einladung von Udo Daasch im Hotel "Marschtor". "Das ist toll: Man kommt hier an und wird gleich so freundlich und hilfsbereits aufgenommen", sagt Hulshof. Und auch die Geldspende des DEHOGA-Kreisverbandes, die ihm Maja Grönecke überreicht, komme "ganz unerwartet".
Mit dem Ziel seiner Reise, dem finnischen Kloster Valamo, das weltweit bekannt ist für seine große Ikonen-Sammlung, hat es eine ganz besondere Bewandtnis, erzählt Leo Hulshof. "Als meine Frau erkrankte, und es ihr immer schlechter ging, beschloss sie, nach Valamo zu pilgern, in der Hoffnung, dadurch neue Kraft zu schöpfen", erinnert sich Hulshof. Doch ihre Pilgerreise endete noch in den Niederlanden, in Kruisland. "Dort war sie so geschwächt, dass es nicht weiterging, und wir mussten umkehren." Daher habe er seine Radtour auch in Kruisland begonnen. "Das schien mir der richtige Ort zu sein", sagt er und lächelt wieder. Nein, er habe seiner Frau nicht versprochen, die Pilgerreise zu machen, betont der Witwer. "Aber ich wollte es, und ich wollte damit etwas erreichen: den Kampf gegen den Krebs unterstützen."
Das Geld, das Leo Hulshof auf seiner Tour sammelt, soll der Universitätsklinik Nimwegen zugute kommen. Dort arbeitet der Arzt, der seine Frau bis zu ihrem Tode behandelte und betreute, Pr. Dr. Hans de Wilt. "Es wäre toll, wenn so viel Geld zusammenkommen würde, dass damit ein Forscher ein Jahr lang arbeiten könnte, um bessere Diagnose- oder Heilmöglichkeiten für Darmkrebs zu finden", hofft Leo Hulshof. "Wenn Menschen einen Cent für jeden Kilometer, den ich fahre, spenden, dann wäre das toll. Das sind 30 Euro, und wenn viele mithelfen, kann eine gute Summe zusammenkommen, die hilft, Darmkrebspatienten besser zu behandeln."
Einiges an Geld sei schon zusammengekommen, freut sich der Lehrer. Und daran haben die Schüler seiner Schule einen großen Anteil: "Sie haben, als ich vor einer Woche aufbrach, einen Sponsorenlauf organisiert allein, ohne mir Bescheid zu sagen. Als Überraschung und als Geschenk, ist er sichtlich stolz auf das Engagement der Kinder und Jugendlichen. Gut 10 000 Euro seien dadurch zusammengekommen. “Das ist so toll, ich wusste gar nicht, was ich sagen soll."
Ab heute fährt Leo Hulshof allein. "Meine Begleiter, also mein Bruder und seine Frau, waren bis Dannenberg mitgekommen und fahren jetzt wieder nach Hause", erzählt er. Sorge bereitet im aber nicht die Einsamkeit auf der Straße oder nachts im Zelt. "Ich mache mir jetzt erst einmal Sorgen, wie ich über die Oder nach Polen komme: wegen des Hochwassers", schmunzelt der sympathische Enthusiast. Wer seinen
Weg weiterverfolgen möchte, kann das über sein Internet-Tagebuch machen. Unter http://hoeverishetnog.blogspot.com findet man täglich aktualisierte Berichte von der Fahrt. Und dort findet man auch das Konto, auf das man Geld einzahlen kann, wenn man Leo Hulshof bei seinem ganz persönlichen Kampf gegen den Darmkrebs unterstützen möchte.